“In mijn tijd…”: deze boomer-uitspraken die elke generatie doen zuchten en met de ogen rollen

Taal en cultuur groeien als twee handen in elkaar door de jaren heen. Wat in de jaren ’60, ’70 of ’80 vanzelfsprekend of wijs leek, kan nu als ongepast worden ervaren. In dit artikel duiken we in hoe bepaalde uitspraken, vaak verbonden aan de babyboomers, nu worden opgevat.
Voorbeelden van boomer-uitdrukkingen
Een bekende uitspraak is: “In mijn tijd werkten we hard en klaagden we niet.” Hiermee wordt vaak gesuggereerd dat jongeren lui of verwend zijn. Daarmee wordt echter voorbijgegaan aan de uitdagingen waar jongvolwassenen vandaag mee te maken hebben, zoals hoge huizenprijzen, studieschulden en een instabiele arbeidsmarkt.
Een andere uitspraak luidt: “Niemand hielp mij—ik trok mezelf omhoog aan mijn eigen veters.” Deze zin weerspiegelt een individualistische kijk van vroeger, maar houdt geen rekening met de huidige moeite om bijvoorbeeld een huis te kopen of vermogen op te bouwen. De economische situatie heeft inmiddels flink gewijzigd, waardoor zelfredzaamheid vaak niet vanzelfsprekend is zonder enige ondersteuning.
Ook hoor je vaak: “Je bent gewoon te gevoelig,” wanneer er gesproken wordt over onderwerpen als racisme, seksisme, homofobie of mentale problemen. Zo’n opmerking bagatelliseert belangrijke ervaringen en staat een open gesprek over actuele maatschappelijke vraagstukken in de weg.
Moderne uitdagingen op de werkvloer
De raad “Als je je baan niet leuk vindt, neem dan gewoon een andere” leek vroeger misschien wel haalbaar, maar de arbeidsmarkt is tegenwoordig zo competitief dat het wisselen van baan allesbehalve makkelijk is. In een tijd waarin werkzekerheid geen vanzelfsprekendheid meer is, kan zo’n advies wat blad voor de mond houden.
De vraag “Waarom zit je altijd op je telefoon?” komt vaak van oudere generaties. Hoewel er wel eens geklaagd wordt over overmatig telefoongebruik, zijn smartphones inmiddels onmisbare hulpmiddelen voor werk, communicatie en zelfs activisme. Ze bieden toegang tot informatie en verbinden mensen op manieren die vroeger onmogelijk waren.
Ook hoor je nog weleens: “We hadden geen therapie nodig—mensen gingen gewoon met hun problemen om.” Tegenwoordig is het vragen om hulp bij psychische problemen juist een teken van kracht, in plaats van iets negatiefs.
Even stilstaan bij sociale gelijkheid
De opmerking “Ik zie geen kleur—we zijn allemaal gelijk” klinkt op het eerste gezicht als een mooie boodschap van saamhorigheid, maar gaat voorbij aan de specifieke ervaringen en obstakels waarmee mensen van kleur vaak te maken hebben.
Adviezen zoals “Je zou een huis moeten kopen in plaats van te huren—stop met geldverspillen” waren misschien ooit haalbaar, maar passen niet meer in de huidige huizenmarkt waar de prijzen de pan uit rijzen.
Het idee dat “Je moet loyaal blijven aan één bedrijf—jobhoppen ziet er slecht uit” verliest terrein. Tegenwoordig biedt het wisselen van baan juist kansen op groei en betere vooruitzichten.
Tot slot klinkt “Kinderen van tegenwoordig hebben het zo makkelijk” als een romantisering van het verleden en negeert het de serieuze problemen waar jongvolwassenen vandaag de dag mee worstelen.
Er is niets mis mee dat mensen uit verschillende generaties komen; praten met elkaar blijft wel belangrijk. Het zou fijn zijn als de oudere generatie meer luistert naar de ervaringen van jongere mensen, nieuwsgierig is naar hun manier van leven en openstaat voor nieuwe inzichten. Zo kunnen we samen bouwen aan een samenleving waarin iedereen met respect en begrip wordt benaderd.