8 Planten Die Je Altijd Naast Appelbomen Moet Kweken Voor Een Gezonde, Ongediertevrije Oogst

Het planten van appelbomen draait niet alleen om een goede bodemafwatering en genoeg zonlicht. Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is welke planten je er omheen zet. Gezelschapsplanten bieden allerlei voordelen: ze weren ongewenste beestjes, verbeteren de bestuiving (waardoor er meer fruit ontstaat), verrijken de bodem en kunnen de oogst zelfs vergroten. Dit is voor zowel beginnende als ervaren tuiniers een fijne manier om een gezonde en productieve boomgaard te realiseren.
Sweet alyssum: de handige partner
Sweet alyssum is een topkeuze als gezelschapsplant voor appelbomen, vooral omdat hij nuttige insecten aantrekt. Zo lokt hij specifiek zweefvliegen (waarvan de larven de schadelijke wollige appelbladluizen opeten) naar zich. Dankzij zijn ondiepe wortels en compacte formaat gaat hij geen ruimte in beslag bij de appelbomen – een echte win-win in de boomgaard. Daarnaast groeit deze plant snel en helpt hij onkruid tegen te gaan, wat het onderhoud een stuk eenvoudiger maakt.
De groeiomstandigheden zijn simpel: volle zon, goed doorlatende grond en een matige watergift. Sweet alyssum doet het goed in zones 3 tot 9 en bereikt uiteindelijk een hoogte tussen de 7,6 en 15,2 cm en kan tot 30,5 cm breed worden.
Klaveren: de bodemboosters
Klaveren – zowel witte als rode – zijn fantastische hulpjes om de bodem rond appelbomen vruchtbaarder te maken. Ze halen stikstof uit de lucht en zetten dat om in een vorm die de bodem gebruikt, wat weer zorgt voor gezonde groei. Daarnaast zorgen deze planten ervoor dat onkruid minder kans krijgt, houden ze de bodem vochtig en trekken ze zowel bestuivers als insecten die op plagen jagen aan.
Witte klaver blijft doorgaans onder de 15,2 cm, terwijl rode klaver tussen de 30,5 en 45,7 cm kan worden. Ze voelen zich prettig in gedeeltelijke tot volle zon en in rijke, goed doorlatende grond in zones 3 tot 10.
Peterselie: meer dan alleen een kruid
Peterselie wordt meestal gezien als een keukenkruid, maar het levert ook in de tuin een handje op. De bloemen van peterselie trekken roofinsecten aan, die helpen bij de bestrijding van plagen zoals codlingmotten. Een expert merkte eens op: “peterseliebloemen – die typischerwijs in jaar twee verschijnen – kunnen roofinsecten aantrekken die helpen plagen te bestrijden” (een minder bekende, maar mooie eigenschap).
Peterselie houdt van een plek in de volle zon en een vochtige, goed doorlatende bodem. Hij groeit prima in zones 3 tot 11 en bereikt een hoogte tussen de 30,5 en 45,7 cm.
Bieslook: de natuurlijke verdediger
Bieslook is niet alleen een topper in de keuken, maar ook in de tuin. Het helpt bij het tegengaan van problemen zoals appelscab (een vaak voorkomende ziekte of plaag) en schrikt herten en konijnen af door zijn sterke geur. Zoals een expert opmerkte: “Appelscab is een van de problemen die verminderen wanneer men bieslook of knoflook dichtbij de bomen plant” (een slimme tip voor de natuurliefhebber).
Bieslook doet het het beste in de volle zon, op goed doorlatende grond en met een matige watergift. Hij groeit in zones 3 tot 9 en kan uiteindelijk tussen de 30,5 en 61 cm hoog worden.
Duizendblad: de veelzijdige helper
Duizendblad trekt niet alleen bestuivers aan, maar ook nuttige roofdieren zoals lieveheersbeestjes en gaasvliegen (die helpen bij het onder controle houden van schadelijke insecten). Dankzij zijn diepe wortels verbetert hij de structuur van de bodem door voedingsstoffen naar de oppervlakte te brengen. Het is aan te raden om duizendblad in heggen of bloembedden naast appelbomen te planten voor het beste resultaat.
Deze plant doet het prima in de volle zon, is droogtetolerant en de voorkeur gaat uit naar goed doorlatende grond. Hij groeit in zones 3 tot 9 en bereikt een volwassen hoogte van 45,7 tot 61 cm.
Venkel: de vanggewas-specialist
Venkel werkt als een vanggewas voor bladluizen en trekt tegelijkertijd nuttige insecten aan (wat weer voor meer balans in de tuin zorgt). Omdat venkel behoorlijk hoog kan worden – tot wel 152,4 cm – is het beter om hem niet direct onder de appelbomen te planten, maar in de nabijheid te zetten voor optimaal voordeel.
Venkel groeit goed in de volle zon op goed doorlatende grond en krijgt een matige watergift. Hij doet het in zones 4 tot 9.
Goudsbloemen: geurmaskers die beschermen
Goudsbloemen zorgen voor bescherming tegen schadelijke insecten door hun geur, die als een natuurlijk maskertje werkt gedurende het seizoen. Omdat ze later bloeien, blijft de tuin op een laag pitje onderhouden zonder veel extra werk.
Ze hebben volle zon, krijgen matig water en groeien als eenjarige planten in alle zones, met hoogtes die variëren van 15,2 tot 61 cm.
Oost-Indische kers: een kleurrijke verdediger
Oost-Indische kers doet dienst als vanggewas voor bladluizen en helpt bovendien de geuren van de appelbomen te maskeren. Deze vrolijke en kleurrijke plant vraagt weinig onderhoud en biedt tegelijkertijd flinke voordelen in de boomgaard (een leuke toevoeging aan je tuin).
Hij groeit het best in een omgeving met volle zon tot halfschaduw en wordt aangeplant als eenjarige. Wereldwijd krijgt hij een hoogte van 30,5 tot 45,7 cm en een breedte van 30,5 tot 91,4 cm.
Door op een slimme manier al deze gezelschapsplanten toe te passen, kunnen tuiniers genieten van gezondere appelbomen en een betere oogst, doordat de natuurlijke processen in de tuin goed op stelten komen te liggen.